Laminaat
Laminaat is opgebouwd uit verschillende lagen die met behulp van lijm op elkaar zijn geperst. Op deze manier verkrijgt men eigenschappen die men met enkelvoudige materialen niet kan verkrijgen. In de volksmond wordt onder laminaat echter een soort vloerbedekking bedoeld die hoofdzakelijk bestaat uit kunststof. Laminaat wordt geleverd in losse panelen en is qua eigenschappen en uiterlijk te vergelijken met die van parket.
In de meeste gevallen is laminaat dat als vloerbedekking wordt gebruikt opgebouwd uit een aantal verschillende lagen (meestal vier lagen in totaal). De onderste laag bestaat meestal uit melanine of een andere kunststof. Hierop wordt een zogenaamde drager geplaatst die in de meeste gevallen uit High Density Fiberboard (HDF) bestaat waarop een laag papier komt dat (meestal met een houtprint) is bedrukt. Tenslotte wordt er een toplaag over aangebracht die uit kunststof (eveneens melanine) bestaat dat met korund of aluminiumoxide is verstevigd.
Doordat het High Density Fiberboard, wat voor de productie van het laminaat wordt gebruikt, is vervaardigd uit onder andere hout, krijgt het laminaat ook een natuurlijke werking. Dit wil zeggen dat het kan krimpen of kan uitzetten. Om de vloer de ruimte geven om te kunnen werken moet men het laminaat één centimeter vanaf wanden en andere obstakels leggen. De ontstane ruimte kan men afdichten met behulp van zogenaamde plakplinten. Om er tijdens het leggen van het laminaat zeker van te zijn dat de ruimte tussen de panelen en de wanden behouden blijft kan men er stukjes hout, plaat of zelfs speciale spietjes tussen plaatsen.