Polyurethaan
Polyurethaan: een materiaal met een lastige naam en een grote gebruiksdichtheid. Bewust of onbewust is iedereen namelijk wel eens in aanraking met dit spul geweest. Het wordt gebruikt in auto’s, koelkasten, vriezers en zelfs in schoenen. Ook in de bouw kent het spul, dat onder de naam purschuim heel wat meer belletjes doet rinkelen, vele toepassingen.
Het mooie aan polyurethaan is dat het de beste eigenschappen van twee stoffen, een hard segment en een zacht segment, met elkaar verenigt. Alleen harde segmenten vormen een hard en bros materiaal, terwijl de zachte segmenten (los gezien) een stroperige vloeistof zouden geven. Wanneer dat wordt gecombineerd krijg je een stof die ontzettend sterk is, maar ook goed scoort wat betreft buigzaam-, duurzaam- en slijtvastheid. Door de verhouding van de twee segmenten te veranderen kun je bovendien een hoop verschillende soorten polyurethaan creëren, precies afgestemd op de klus waar het voor gebruikt gaat worden.
Purschuim of polyurethaan wordt veel gebruikt voor het isoleren van woningen. Door de luchtige structuur is het daar dan ook prima geschikt voor. Met een spuitbus met purschuim kun je eenvoudig gaatjes (bijvoorbeeld rond leidingen of snoeren) dichtspuiten, maar in grotere hoeveelheden kun je er een complete vloer mee isoleren. Het schuim wordt er dan aan de onderkant tegenaan gespoten. Met een paar minuutjes is het materiaal uitgehard en kun je, bij wijze van spreken, de werklui de deur wijzen. Inmiddels wordt het ook als spouwmuurisolatie gebruikt, terwijl daarvoor vroeger materialen als steen- en glaswol werden geprefereerd.
Waar vooral spuitbussen met purschuim bekend zijn, wordt het materiaal ook in platen verkocht. Een stuk makkelijker als je grote oppervlakken moet isoleren en moet zorgen voor een egale wand. Met een spuitbus schuim is dat namelijk veel moeilijker.