boekweit

Fagopyrum esculentum, de botanische benaming voor boekweit. Boekweit is een plant uit de duizendknoopfamilie. Het betreft een eenjarige plant die een holle, rode stengel heeft die zich meermalen vertakt. De bladeren van de plant zijn driehoekig tot hartvormig. Het wortelstelsel omvat een penwortel die zich sterk heeft vertakt.

De bloei begint meestal al erg jong, soms al na zes weken, en duurt vaak wel 25 tot 30 dagen. De wit tot roze gekleurde bloemen zijn als lange pluimen gegroepeerd. In de bloemen bevindt zich veel nectar. Nog voordat de bloei is afgelopen zijn er rijpe vruchten te bespeuren.

Het zaad van de boekweit is eetbaar. Het zit aan dunne steeltjes die wanneer het zaad rijp is gemakkelijk loslaten. Wanneer men het zaad wil bewaren dient het droog te worden opgeborgen omdat het boekweitzaad gemakkelijk schimmelt. Hoewel de boekweitzaadjes veel kleiner zijn, vertonen ze qua vorm toch, overeenkomst met die van beukennootjes.

Ondanks het feit dat boekweit niet tot de granen behoord, wordt het zaad wel tot meel vermalen. Boekweit wordt een zogenaamd pseudo-graan genoemd. De boekweitzaden, het meel en alle andere afgeleide producten bevatten geen gluten en worden derhalve gebruikt door mensen die lijden aan een gluten allergie.

Boekweit is echter wel rijk aan kalium, fosfor en magnesium. Het is bovendien erg voedzaam. Heden ten dage teelt men boekweit steeds vaker voor gebruik in de geneeskunde. Vroeger was boekweit vooral bestemd voor de consumptie. Het meel onder andere gebruikt voor het bakken van brood (hiervoor werd het met granen gemengd).