Rolgordijnen

Gordijnen zijn er in allerlei smaken en tinten. Niet alleen wat betreft formaat, kleur en materiaal, maar ook wat betreft type. Zo zijn er overgordijnen, vitrages en verduisterende gordijnen. Er bestaan echter ook rolgordijnen, een naam die bij veel meer mensen een belletje doet rinkelen. Ze worden gebruikt om ramen te verduisteren of halverwege met te blinderen: je kunt zo’n rolgordijn immers eenvoudig een paar centimeters laten zakken zonder dat je ‘m helemaal dicht doet.

Er zijn een aantal soorten rolgordijnen. Normale rolgordijnen, die verkrijgbaar zijn in allerlei kleuren en maten, en verduisterende. Die laatste laten geen licht door en zijn dus perfect geschikt voor een kinderslaapkamer, zeker wanneer de kleine pas kan slapen als het compleet donker is. De stof verschilt dan uiteraard van een normaal rolgordijn en ook de bevestiging is iets anders: een verduisterend rolgordijn loopt namelijk aan weerskanten in een rails. Dat voorkomt dat er op die manier licht in de kamer binnendringt.

De techniek achter een rolgordijn is eenvoudig. Erg fijn: iedereen kan er mee overweg en de productiekosten blijven laag. In de meeste gevallen geschiedt de bediening door een kralenketting aan de zijkant. Die loopt door een soort tandwiel, dat verbonden is met een buis. Het werkelijke gordijn is aan die buis bevestigd en rolt op of af door de buis te laten draaien. Dat gebeurt door aan één van beide kanten van het kralenkoord te trekken. Het geheel van gordijn, buis en koordje zit klem tussen twee houders. Die worden op het raamkozijn of op de muur geschroefd en houden het rolgordijn op zijn plek. Uiteraard kan de buis in deze houders vrij draaien.