Bouwliften
Hoewel een paar sterke mannen heel wat gewicht kunnen optillen is een mechanisch hulpje bij dit soort klussen altijd erg handig. Verhuizers zijn bijvoorbeeld absoluut geen slappelingen, in tegen deel, maar verhuisliften worden redelijk vaak gebruikt. Het is erg gemakkelijk, snel en veilig, maar bovendien ook zo goed als verplicht. Als er een ARBO-inspecteur langskomt die je met (te) zware spullen ziet sjouwen kan dat erg onprettige gevolgen hebben.
In de bouw worden dan ook vaak liften gebruikt. Soms kiezen bouwvakkers en aannemers ervoor om een hoogwerker of verreiker in te zetten als ‘alternatieve’ lift, maar de beste oplossing is het aanschaffen (of het huren) van een echte bouwlift. Daarmee is het eenvoudig om spullen vanaf de grond naar de eerste, tweede of zelfs derde verdieping te verplaatsen zonder daar lichamelijke inspanning voor te hoeven leveren. Er zijn natuurlijk grenzen aan de capaciteiten van zo’n ding, maar een laadvermogen van 400 kilogram en een mastlengte van vijf tot tien meter zijn geen uitzonderingen.
De opbouw van een bouwlift is heel eenvoudig. Vaak zijn ze gebouwd op het platform van een eenvoudige aanhanger. Als de mast is omgeklapt kun je de bouwlift daarmee achter een personenauto of busje koppelen (aan de normale trekhaak). Wanneer je de mast overeind zet (en het geheel genoeg stabiliseert, uiteraard) kan het werk met de lift beginnen. Het op- en neerlaten van het liftplatform, dat niet bedoeld is voor personen maar wel voor goederen, gebeurt met een lier. In de meeste gevallen wordt deze elektrisch aangedreven door een motor die op het chassis van de bouwlift is gemonteerd.