Ramen
In tegenstelling tot vleermuizen en andere nachtdieren zijn mensen gek op licht. We staan er in het dagelijks leven niet zo bij stil, maar mensen die ergens onder de grond werken (of ooit hebben gewerkt) weten wel beter: zonder licht wordt je gek. Vandaar dat we onze huizen dan ook van ramen voorzien. Op die manier halen we licht in huis, maar betrekken we tevens de tuin of de omgeving van de woning bij de kamer. Daartoe moeten de ramen wel op een goede hoogte worden geplaatst en voldoende groot zijn.
Als een raampje alleen dient om licht binnen te laten (bijvoorbeeld op het toilet of op een vliering of bergzolder) kun je met een kleine opening al toe. Op zo’n kleine oppervlakte maakt het materiaal ook nog niet zoveel uit. Zeker dakramen worden nogal eens van plastic gemaakt: dat scheelt aanzienlijk in de kosten en werkt als lichtvenster net zo goed als een glazen exemplaar.
Wil je echter ook naar buiten kunnen kijken heb je een raam van grotere afmetingen nodig. Kijk daarbij niet alleen naar de licht- en uitzichtbehoefte, maar besteed tevens aandacht aan de verhoudingen. Een gigantische villa met raampjes van 20 bij 20 centimeter is geen gezicht. Omgekeerd geldt hetzelfde: een glazen voorgevel in een rijtjeshuis staat als een vlag op een modderschuit. Hoe hoog je ze plaatst maakt niet uit, dat hangt af van je eigen wensen. Denk er wel goed over na, want als de gaten eenmaal zijn gemaakt kun je niet meer terug!
Tegenwoordig gebeurt het automatisch, maar als je oude ramen vervangt is het raadzaam om te kiezen voor dubbel glas. Dat isoleert een stuk beter dan normaal (enkel glas), zodat de energierekening elke maand een stuk lager uitpakt dan je gewend was. De investering heb je er dus sowieso binnen korte tijd uit, en daarna levert ‘ie alleen nog maar geld op.